China, jaren '70. Luo en Ma, zoons van intellectuelen, worden tijdens de Culturele Revolutie naar een heropvoedingskamp gestuurd in een ver afgelegen dorp in de bergen. Daar ontmoeten ze een oude kleermaker en zijn mooie kleindochter. Luo wordt verliefd op de Kleine Kleermaakster. Zij vertelt hen dat een andere jongeman onder zijn bed een koffer verbergt vol met verboden boeken van buitenlandse auteurs. Luo en Ma stelen de koffer. 's Avonds vertellen ze de verhalen die ze gelezen hebben aan de analfabete dorpelingen. Om geen argwaan te wekken, overgieten ze elk verhaal met een revolutionair sausje. De Kleine Kleermaakster is vooral onder de indruk van het werk van Balzac. Langzaam ziet ze in hoe belangrijk het is om vrij te zijn: vrij om te leven, om te denken, om te dromen, om te beminnen.